Revolutie in refoland: de smartphone ‘is erin geslopen’

Televisie is onder veel reformatorische christenen taboe, maar via de mobiele telefoon komt dat vermaak nu alsnog hun huizen binnen. ‘Dit hebben we gewoon niet zien aankomen.’

 
refo-smartphone.jpeg

Handen in de lucht, zegt docent mediawijsheid Henk Tijssen. “Wie van jullie zegt: ik kan niet meer zonder mijn smartphone?” Van de twintig secretaresses-in-opleiding in Tijssens klas op het Hoornbeeck College in Kampen laten er op deze donderdagochtend slechts twee hun hand op hun bureau liggen. “Oké”, zegt Tijssen, “en waaróm is die telefoon onmisbaar?”

Vanwege WhatsApp, zo blijkt. En Snapchat. YouTube, Netflix. Actieserie Prison Break is populair, net als reality-tv-youtubers Enzo Knol en Djamila. Hier op het Hoornbeeck, een van ’s lands weinige reformatorische mbo’s, klinken dezelfde antwoorden als iedere andere Nederlandse tiener zou geven. “Ik vermoedde het al”, zegt Tijssen, “en toch verbaast het me”.

De afkeer van de televisie is een van de kenmerken van de ruim 200.000 zielen tellende refowereld, de uiterst orthodoxe flank van het Nederlandse protestantisme. Televisie brengt onkuisheid, ledig vermaak en goddeloze praat de woonkamer binnen, is al jaren de gedachte. En dus worden Tijssens leerlingen, net als hun ouders en hun grootouders, geacht zich er verre van te houden. Wie in het grootste reformatorische kerkgenootschap, de Gereformeerde Gemeenten, een tv in de huiskamer heeft staan, kan daar op worden aangesproken. In sommige gevallen kan kijkgedrag leiden tot kerkelijke maatregelen: de tv-kijker mag dan bijvoorbeeld niet deelnemen aan het avondmaal, het sacrament van brood en wijn.

Of ouders controleren? Tuurlijk niet!

Tijssen: “Maar een smartphone hebben is ook hier op school dus vanzelfsprekend geworden. Terwijl je daar natuurlijk ook tv op kunt kijken.” Controleren je ouders ook wat je op je smartphone doet, vraagt hij aan zijn klas. “Tuurlijk niet”, klinkt het in de klas. “Dat mochten ze willen!” Gegrinnik.

Tijssens secretaresses in spe zijn geen uitzondering, constateerde de christelijke provider Kliksafe afgelopen jaar al op basis van eigen onderzoek. De telefoon lijkt een bescheiden revolutie te brengen. Op zondag mogen reformatorische jongeren dan vanaf de kansel horen dat een christen zich dient af te zonderen van de seculiere samenleving, de rest van de week staan ze steeds meer met beide benen in die samenleving.

Reformatorische jongeren kijken evenveel Netflix als hun niet-­reformatorische leeftijdsgenoten, becijferde Kliksafe op basis van een representatieve steekproef onder ruim 800 reformatorische jongeren.

Het vergeleek de resultaten van zijn enquête met eenzelfde enquête die de UvA vorig jaar deed onder seculiere jongeren. Onder refojongeren zijn er verhoudingsgewijs net zoveel Netflixkijkers als bij de seculiere jeugd. YouTube is iets minder populair, maar alsnog zegt 36 procent van de jongeren naar vloggers te kijken, en de helft naar videoclips. Van de refojongeren zegt 7,1 procent weleens aan sexting te hebben gedaan, tegen 2,6 procent van hun seculiere leeftijdsgenoten. Wat is hier aan de hand?

“De telefoon is erin geslopen”, zegt Tijssen. Toen het internet populair werd, had de refowereld snel een oplossing paraat. Velen lieten hun internet op hun vaste thuis-aansluiting gefilterd binnenstromen, met hulp van een christelijke provider die alleen goedgekeurde sites doorliet en sites met bijvoorbeeld veel seks of geweld blokkeerde. Tijssen: “Maar smartphones kun je niet zo makkelijk filteren. Een paar jaar geleden zagen we ineens: al onze jongeren hebben er een. Eerst alleen om te bellen en te appen, maar inmiddels kijken ze naar dingen waar we van oudsher onze bedenkingen bij hebben. Dat hebben we gewoon niet zien aankomen.”

‘Je moet gewoon zelf bepalen wat kan’

Met een beetje zelfbeheersing is er niks aan de hand, werpt een van zijn studentes, Emma Snoek, tegen. “Je moet gewoon voor jezelf bepalen wat wel en niet kan. Ik kan best naar een serie kijken waarin gevochten wordt of zo. Of waarin mensen een relatie hebben zonder dat ze getrouwd zijn. Als ik iets zie dat echt te ver gaat, dan sla ik dat stukje gewoon over.” Laatst bijvoorbeeld, toen in een serie geesten werden opgeroepen tijdens het spel glaasje draaien. “Toen heb ik niet meer verder gekeken.” Haar buurvrouw Lijanne Romkes, die tijdens Tijssens uitleg nog snel onder de tafel snapchat-berichten aan het lezen was, knikt instemmend. “Je bent er toch zelf bij.”

Kenners van de gereformeerde gezindte houden er intussen rekening mee dat de telefoon wel voor grote veranderingen kan zorgen. Maar wat die gevolgen van die mediaconsumptie precies zullen zijn, is nog onduidelijk, zegt Johan Roeland, onderzoeker naar media, religie en cultuur aan de VU. “Je zou kunnen zeggen: in de meeste films en series heerst een totaal andere huwelijksmoraal. Als je daar als orthodoxe jongere genoeg mee in aanraking komt, kan het je aan het denken zetten. Dan is het goed denkbaar dat je eindigt in een volstrekt seculiere positie. Voor homoseksualiteit geldt hetzelfde. In die zin kunnen YouTube en Netflix een bedreiging zijn voor de orthodoxie.”

Of het daar ook op uit gaat lopen, weten we niet, benadrukt Roeland. “Maar áls het gebeurt, kan de impact groot zijn. De gereformeerde gezindte heeft lange tijd bestaan bij gratie van het isolement.”

‘Filter, en toets alles aan de Bijbel’

Alleen al om die reden zou je verwachten dat het in de kerk en aan de eettafel vaak over de smartphone gaat, zegt hij. “Maar het gesprek wordt nog nauwelijks gevoerd.” Uit de Kliksafe-enquête bleek dat 40 procent van de refojongeren het nooit met zijn ouders heeft over regels rond mediagebruik. Het Hoornbeeck College probeert nu wél verandering te brengen. Een collega van Tijssen is vrijgesteld om onderzoek te doen naar mediagebruik; hij trekt nu langs de zes filialen van de scholengroep om docenten te leren hoe ze het gesprek aan kunnen gaan. Zijn boodschap: filter je internet, toets alles dat je kijkt aan de Bijbel en let vooral op dat je niet steeds je morele grenzen oprekt. Geen totaalverbod dus, zoals bij de televisie. Het uiteindelijke doel is dat zulke gesprekken ook in de kerken en de gezinnen worden gevoerd.

Roeland: “Het gesprek beginnen is lastig. De strategie was altijd overzichtelijk: mijd de tv. Als ouders en dominees hun jongeren willen leren wat volgens hen verantwoord smartphonegebruik is, moeten ze eerst voor zichzelf bepalen wat ze verantwoord gebruik vinden. Ze moeten hun kinderen leren omgaan met iets waar ze zelf nooit ervaring mee hebben opgedaan.”

Tenzij ze er niet van wakker liggen natuurlijk, als hun kroost na een lange schooldag een filmpje of een serie kijkt. “Mijn ouders vinden het wel best als ik ga netflixen”, zegt Emma Snoek. “Ik doe het ook niet stiekem of zo. Zij betalen het abonnement.” Doen ze dat met tegenzin? Ze schudt haar hoofd. “Ze kijken zelf ook.” Soms alleen, soms samen. “Met mijn moeder kijk ik af en toe romantische comedies.” Laatst keken ze ‘The Princess Switch’, over een gewoon meisje dat twee dagen ruilt met een verloofde prinses, zonder dat de prins het doorheeft. Snoek begint te lachen. “En dan een happy end. Mijn moeder houdt daar ook van”.