Religiesatire: de grenzen van onze spot

Cartoonist Peter van Straaten tekende een biddende jongen met een crucifix in zijn achterste en ontving een prijs. De Deense 'Mohammedcartoonisten' en auteur Salman Rushdie veroorzaakten met hun visuele religiekritiek juist een internationale rel. De les: een volgende internationale crisis over religiesatire is niet ondenkbaar."Letterlijk en figuurlijk treffend, pijnlijk komisch en wrang." In zijn rapport loofde de jury van de Inktspotprijs de ongenadige aanpak van cartoonist Peter van Straaten. Diens tekening Kruisverkrachting, waarop een biddende jongen 'verkracht' werd door een crucifix, gold vanaf januari als de beste politieke spotprent van 2010.Van Straatens tekening verscheen in Vrij Nederland, als commentaar op de misbruikaffaires in de katholieke kerk. "De combinatie van de vredige pose van de jongen met de wrede aanslag op zijn lichaam blijft in je hoofd hangen", complimenteerde het juryrapport. Religie, actualiteit en provocatie: 'Kruisverkrachting' smeedde ze tot een spraakmakend beeld. Slechts eenmaal viel een onvertogen woord. Een 'man die het niet eens was met de inhoud van de tekening' ontvreemdde de prent tijdens een tentoonstelling en bracht hem een week later terug.Hoe anders verging het de 'Mohammedcartoons', de andere bekende casus van vileine religiespot. De prenten over de islamitische profeet leidden in 2006 tot protesten, vernielde ambassades en boycots. Uiteindelijk bekoelden ze zelfs de Deense relaties met Arabische landen. Had hij zich dan maar niet aan moslims moeten vergrijpen? 
Wie de rellen wil begrijpen, ontkomt niet aan diens voorgeschiedenis. Allereerst was daar een binnenlands debat over de vrijheid van meningsuiting. De tekenaars reageerden met hun prenten op een mediarel over auteur Kare Bluitgen, die in 2005 aan een kinderboek over de profeet Mohammed werkte. Hij vond naar eigen zeggen pas na veel moeite een illustrator: velen zouden zich enkel anoniem aan islamitische iconografie wagen. Tekenaars lieten zich muilkorven, meende Bluitgen. Slechts een enkeling was bereid om het islamitische verbod op het afbeelden van de profeet openlijk aan de laars te lappen.

Voor de cartoonist Westergaard geen prijs -  hij ontving voornamelijk dreigementen.

Zo veronachtzamen ze de vrijheid van meningsuiting, vreesde de voorname krant Jyllands-Posten. De redactie vroeg alle veertig leden van de Deense beroepsgroep voor cartoonisten om 'Mohammed te tekenen zoals ze hem zagen'.

De oogst was divers. Twee cartoonisten zagen hem als een vechtlustige krijger, de veelbesproken Kurt Westergaard plaatste een bom op Mohammeds tulband. Anderen vermeden de politieke discussie: tekenaar Claus Seidel beeldde hem juist af als een doodgewone nomade. Een laatste groep richtte zich juist op de redactie. Lars Refn liet een schooljongen met de naam Mohammed op een schoolbord schrijven dat 'de redactie van de Jyllands Posten een stel reactionaire provocateurs' was. Divers of niet, de actie raakte het zere been van moslimgroeperingen. Imams drongen op voorhand bij toenmalig premier Anders Fogh Rasmussen aan op een publicatieverbod. Rasmussen wees hen af, en bedankte kort daarna ook voor contact met ambassadeurs van tien moslimlanden.Over het Deense media-ethos wenste hij niet in discussie te gaan, meldde hij direct na het verschijnen van de cartoons. Pas later zocht hij zelf contact met ambassadeurs. Europese krantenredacties steunden de Denen wél. Onder meer de Volkskrant, El-Pais (Spanje), France Soir (Frankrijk) en een aantal Scandinavische media betuigden Jyllands Posten door middel van een herdruk steun. De gevolgen van dat media-offensief zijn bekend.Latere knievallen van krantenredacties en Deense politici konden dreigementen, aanvallen en boycots niet voorkomen. Rasmussen noemde de affaire uiteindelijk de zwaarste Deense crisis in internationale relaties sinds de Tweede Wereldoorlog .

Westerse mores
Die crisis was een spectaculaire botsing van de vrije meningsuiting en religieuze piëteit, analyseerden krantenredacteuren later. Met de cartoons trapte de Verlichting op de tenen van Arabisch religieus conservatisme. Zinnig of niet, hun conclusie klopt waarschijnlijk maar deels. De crisis lijkt bovenal een botsing van verschillende visies op satire. De westerse mores voor het larderen van kritiek met humoristische elementen wordt lang niet overal gewaardeerd.De Europeaan kan inmiddels tegen een stootje. Hij raakte door de eeuwen heen gewend aan de 'verlichte' cultuur van polemiek en pennenstrijd, lijkt het. Spot is voor hem als een klassieke kermisattractie: soms gooit hij rot fruit naar anderen, later is hij misschien zelf het doelwit. Die gedachte moet troost bieden. Bovendien dient religiesatire een nobel doel: vernieuwing.De oudtestamentische profeten provoceerden en choqueerden opzettelijk. Door te naaktlopen (Jesaja) en koeken te bakken op uitwerpselen (Ezechiël) riepen ze geloofsgenoten op om hun godsbeeld bij te stellen, schreef theoloog Lodewijk Dros onlangs. Voor sommige veranderingen en verbeteringen zijn een knuppel en een hoenderhok nodig.Provocaties
In onze geschiedenis spelen die provocaties zo nu en dan een belangrijke rol. Bij het ontluiken van de zestiende eeuw bijvoorbeeld, nam theoloog Erasmus met zijn 'Lof der Zotheid' ongeveer het hele kerkelijke landschap op de hak."Alles wat enige inspanning inhoudt laten ze aan Petrus en Paulus over", schamperde hij over pausen. "Als iets daarentegen luxe of lust inhoudt, nemen ze het zelf. Toch zetten ze alles opzij om zich [aan oorlogen] volledig te wijden. Dan zie je zelfs dat die afgetakelde oude mannen een jeugdig elan vertonen en niet bezwaard door de kosten, onvermoeid door inspanningen, nergens voor opzij gaan als ze wetten, geloof, vrede, alles wat menselijk is maar volkomen op zijn kop zetten."Aan kloosterlieden en theologen schonk Erasmus vergelijkbare hoon. De hele kerk was 'zot', betoogde hij een paar jaren voordat de Reformatie ontvlamde. Voor de volledigheid: ook filosofen en politieke leiders kregen ervan langs. Toch is Erasmus' timing opmerkelijk: zijn cynische lofprijzing transformeerde in minder dan tien jaar in een reeks theologische traktaten.Wat Erasmus schreef als ironische spot, was voor Luther reden om in opstand te komen. Is Lof der Zotheid het startsein van de Reformatie? Daar lijkt het wel op. Ook opmerkelijk: 'Lof der Zotheid' vond gretig aftrek. Toch is van represailles tegen Erasmus niets bekend.Vileine spotprenten
Satire speelde ook een belangrijke rol tijdens het tumult van de Reformatie. Zowel de moederkerk als de afgescheiden protestanten verspreidden in de zeventiende eeuw propagandistische spotprenten.Handlangers van Luther brachten talloze vileine kunstwerken in omloop, ter illustratie van de katholieke losbandigheid en dwaling. Roomsen sloegen terug, maar waren al snel aan de verliezende hand.Populair waren de taferelen van overspel.Meerdere kunstenaars tekenden vrijende monniken en nonnen; grove zonde, uiteraard. Tot overmaat van ramp stond steevast op een afstandje de paus te gluren. Anderen beeldden de kerkvader af met een dubbel hoofd: half mens, half duivel. Veelzeggend waren ook de portretten van de paus op een elegant paard met naast hem Christus op een eenvoudige ezel.De propaganda was bijzonder populair, schrijft de kunsthistoricus Defoer. Misschien had die volkse satire zelfs meer effect dan de theologische werken van de reformators. Niet alleen Erasmus en de prenttekenaars konden ongestraft met religie spotten. Ook de Britse auteur Jonathan Swift kwam weg met een literaire aanval op de drie grote kerken. Een aantal geloofsculturen, waaronder de katholieke, verhieven spot zelfs tot volksfeest.Tijdens het traditionele carnaval stond de maatschappelijke orde op zijn kop: het geestelijke gezag droeg zijn verantwoordelijkheid even over aan een losbol zonder bestuurlijke kennis.Bestuur werd travestie en die travestie werd de norm. De maatschappelijke 'lof der zotheid' was uiteraard sterk geconditioneerd: de periode had een duidelijk begin en einde. Zo blies de gemeenschap ieder jaar even stoom af, analyseren historici als Nathalie Davis.Hoofdkantoor van Charlie Hebdo aangevallen na satirische cover over MohammedEeuwen na Erasmus en Swift, in 1966, ontkwam Gerard Reve aan een veroordeling wegens 'smalende godslastering'. "Ik zou Hem drie keer achter elkaar langdurig in Zijn Geheime Opening bezitten", schreef de katholiek Reve over zijn vrijpartij met 'God Zelf'.In een tijdschriftartikel stelde hij zich ook de wederkomst van Christus voor als een vrijpartij van hemzelf en Jahweh. De bloemrijke anekdotes mochten dan de toorn van SGP-parlementariër Van Dis wekken, ze bleken niet onwettig.Charlatans
Ook vandaag deinzen westerse gelovigen allesbehalve terug voor vileine religiesatire. Onder evangelicalen is bijvoorbeeld de satirische website Goedgelovig een internethit. Anonieme redacteuren schrijven er snedige berichten over 'religieuze charlatans' en 'onnozele' ultraconservatieven.Spot als nieuwsvoorziening: het populaire weblog GeenStijl werd er groot mee. Ook Britse en Amerikaanse christenen grappen over hun eigenaardigheden. Op hun 'halfserieuze' websites spotten ze met hun eigen moraal en hypocrisie. Scherpe Arabische religiesatire lijkt zeldzaam. Een traditie heeft zich in het Oosten nooit ontwikkeld of laat zich erg moeilijk vinden.Volgens de Nederlandse imam Van Bommel is de islamitische opvatting van het 'heilige' breder dan die van westerse christenen. Wie een imam verbaal of visueel aanvalt, raakt aan de 'heilige orde' en begaat zonde.Als de Europeaan met een pastoor spot, valt hij voor zijn gevoel slechts 'de mens pastoor' aan. God staat dan letterlijk buiten schot.Volgens Van Bommel betekent die brede opvatting van het 'heilige' niet dat alle humor over imams, ayatollahs en Allah uit den boze is. Wel rust er 'in tweederde van de moslimlanden' een taboe op. Daardoor raakte religiesatire minder geïnstitutionaliseerd dan in Europa.ReikwijdteToch zou het simplistisch zijn om Arabische satire preuts of braaf te noemen. Vergeleken met de straffe Europese moraal is ook de Amerikaanse spotcultuur mild. Geen enkele krant waagde zich daar bijvoorbeeld aan een herdruk van de Mohammedcartoons. Misschien acht de (West-)Europeaan alleen God heilig; alle rangen onder Hem zijn vogelvrij.Westerse moslimhumoristen illustreren de islamitische terughoudendheid. Hoewel ze grappen over medegelovigen, vallen ze hun godsdienst zelden tot nooit aan. De Britse comédienne Shazia Mirza over vrouwendiscriminatie: "Vrouwen hoeven nu geen afstand meer te houden van hun man. Tegenwoordig loopt zij juist vijf meter voor haar echtgenoot uit. Vanwege de landmijnen.""Dacht u ook dat de moslimman zijn vrouw onderdrukt?", vroeg de Amerikaan Azhar Usman aan zijn publiek. Stap eens een islamitisch huishouden binnen. Dan ziet u direct dat de vrouw met huishoudelijke terreur juist de man onder de duim houdt."De grappen van Mirza en Usman passen in een patroon: ze vallen wél de gelovige aan, maar niet de godsdienst. "We grappen dan over de onnozelheid van moslims", zegt Usman daar zelf over. "Maar we maken onze religie niet belachelijk."IntegrerenTerug naar de Mohammedcartoons. Deden die niet gewoon wat Europese satirici al eeuwen doen: spotten met religie? Moet een 'westerse moslim' daar niet gewoon tegen kunnen? "De cartoonisten behandelden de islam net als het christendom, boeddhisme en hindoeïsme", schreef Jyllands Posten-redacteur Flemming Rose toen de hevigste rellen achter de rug waren."Ze maakten een punt door moslims in Denemarken te behandelen als gelijken: we integreren jullie in de Deense traditie van satire. Deze cartoons willen moslims betrekken, niet buitensluiten." Rose had dan misschien gelijk, hij kréég het niet. Mediahypes karikaturiseren en verhitten immers incidenten.Volgens auteur Jytte Klausen, schrijver van 'The Cartoons That Shook The World', is de hype bovendien opgeklopt door onder meer een campagne van imams. Zij zouden tijdens een tocht door het Midden-Oosten verteld hebben dat de cartoons Mohammed afbeeldden als een man met een varkensneus. Islamitische extremisten zouden de controverse gebruikt hebben om het politieke establishment te verzwakken.Ook de Europese media zijn schuldig: zij toonden telkens alleen de prent waarop de profeet een bom in zijn tulband draagt. Buiten Scandinavië zag vrijwel niemand de cartoons waarop de redactie van Jylland Posten bespot wordt. Zo ging nuance verloren.Halve waarhedenUit die vertekeningen, leugens en inschattingsfouten valt lering te trekken. Het waren misschien niet direct cartoons die moslims op andere continenten kwaad maakten. Toch gaf Jyllands Posten er met zijn actie wél aanleiding toe. Waarschijnlijk sloten de halve waarheden over de cartoons aan op een reeds aanwezige afkeer van het Westen en een behoudende visie op religiesatire.Redacteur Flemming Rose trok zich opzettelijk weinig aan van islamitische visies. Wat deden die er immers toe? Waren Deense moslims niet in de eerste plaats Deense burgers? Hij vergiste zich waarschijnlijk in de reikwijdte van zijn actie. Iedere spottende cartoon, film of boek geniet een potentieel wereldpubliek. En ook een karikatuur laat zich karikatureren.Onbedoeld stelde hij niet alleen landgenoten een norm, maar leerde hij ook andere culturen een les. "Wij Denen vinden dat spot met uw religie moet kunnen", leek hij te zeggen. "Als u zich laat kwetsen, is dat uw eigen keuze." Voor een Syriër of Libanees klonk die boodschap waarschijnlijk als moreel imperialisme.Reikwijdte
Ook romanschrijver Salman Rushdie vergiste zich waarschijnlijk in de reikwijdte van zijn werk. Hij rekende vast op frictie: zijn boek 'de Duivelsverzen' was spraakmakend genoeg om een controverse te stichten.Maar hield hij er vooraf ook rekening mee dat een geestelijke op een ander continent een fatwa over hem zou uitspreken?Europese religiesatire groeide eeuwenlang op in een geïsoleerde omgeving. Nu staat het op een mondiaal podium. Provocaties helpen religies om te ontwikkelen en te reflecteren, bewees Erasmus. Soms zijn ze een uitstekend medicijn.Toch krijgt een islamitische variant op Peter van Straatens 'Kruisverkrachting' waarschijnlijk niet overal een warm welkom - laat staan prijzen. Satirici zijn op zoek naar de grenzen van de grenzeloze wereld. Dat kan bijzonder lastig zijn. Salman Rushdie en Flemming Rose getuigen ervan.

Vorige
Vorige

Worden christenen echt vaker vervolgd?

Volgende
Volgende

Coming soon: opiniepeilingen die wél deugen